Gedetailleerde uitleg van het principe van de elektrische lasmachine

Een lasser werkt volgens het principe van het lassen van twee objecten met behulp van elektrische energie. De lasmachine bestaat hoofdzakelijk uit een voeding, een laselektrode en eenlasmateriaal.

De stroomvoorziening van delasmachineIs meestal een gelijkstroomvoeding die elektrische energie omzet in boogenergie. De laselektrode ontvangt de stroombron en verhit het lasmateriaal tot een gesmolten toestand via een elektrische boog. Het smelten van het lasmateriaal vormt een smeltbad dat snel afkoelt en stolt, waardoor de twee objecten stevig aan elkaar worden gelast.

Tijdens de werking van het lasapparaat wordt de stroomtoevoer onderbroken voordat de laselektrode het lasmateriaal verlaat en de gevormde boog wordt gedoofd. Dit proces, vaak aangeduid als het "uitschakelmoment", helpt het smeltbad af te koelen en verlaagt de temperatuur tijdens het lasproces.

De lasser kan ook de kwaliteit van de las controleren door de stroomsterkte en spanning te regelen. Hogere stroomsterktes worden doorgaans gebruikt voor grote lasklussen, terwijl lagere stroomsterktes geschikter zijn voor kleine lasklussen. Het aanpassen van de spanning kan de lengte en stabiliteit van de boog en daarmee de kwaliteit van het lasresultaat beïnvloeden.

Over het algemeen last een lasser twee objecten door elektrische energie te gebruiken om een elektrische boog te creëren. De stevigheid en kwaliteit van de las hangt af van factoren zoals stroomsterkte, spanning en materiaalkeuze.


Plaatsingstijd: 15-03-2025